
I’ll be there
“Elviskinderen zijn overal, in elke leeftijdsgroep en in iedere laag van de maatschappij”, schrijft Ard Nieuwenbroek. Je zult er dus wellicht één kennen of misschien zelf één zijn. Hoe dan ook, de mogelijke impact van opgroeien als een Elviskind kun je dagelijks om je heen waarnemen.
Ertoe doen
“Wie ben ik dan?”, vroeg ze zich hardop af. Nadat ze me zojuist had verteld dat ze nog precies weet wat vroeger het lievelingsliedje en de naam van de pop van haar zus was. Maar haar eigen favoriete liedje of naam van haar pop weet ze niet meer. “Doe ik er wel toe?” Het is een vraag die Elviskinderen zichzelf vaak stellen.
Circulair
Meteen vanaf je geboorte start een proces van zelfvalidatie: het creëren van eigen grond, van autonomie. Dat komt tot stand door een circulair proces van geven en ontvangen. Een kind ontvangt het leven van zijn ouders, waarna het kind aan de ouders kan teruggeven. Als de ouders dat kunnen ontvangen en het kind laten weten en voelen dat ze het ontvangen hebben, ontstaat bij het kind zelfvalidatie.
Gestagneerd
Maar een Elviskind heeft de neiging om extreem veel aan de ouders te willen geven. Het wil laten zien dat het de perfecte plaatsvervanger is voor het overleden broertje of zusje. Terwijl de ouders door hun verdriet en gestagneerde rouw minder of niet in staat zijn om dat grote geschenk te ontvangen.
Pleasen
Er komt dus geen ‘ontvangstbevestiging’ van de ouders, waardoor de zelfvalidatie van het Elviskind minder tot ontwikkeling komt. De gevolgen zijn vaak maar al te herkenbaar. Een zwakke zelfvalidatie zie je vaak terug bij mensen die andermans belang altijd boven die van zichzelf plaatsen door bijvoorbeeld pleasend gedrag te vertonen.
Oordeel
Of ze doen er alles aan om maar geen fouten te maken en ontwikkelen daardoor een faalangst. Ook hier stellen ze de ander boven zichzelf, doordat ze liever zien dat de ander tevreden is over hun prestaties, dan dat ze dat zelf zijn. En dat brengt me weer terug bij mijn eigen verhaal. Want het oordeel van de ander speelt nog altijd een grote rol in de mate waarin ik tevreden kan zijn over wat ik doe.
Omweggetje
Zo kan ik behoorlijk aan het twijfelen slaan als het erop lijkt dat ik iets heb gedaan dat niet zomaar de goedkeuring van de ander kan wegdragen. Heb ik ’t dan wel goed gedaan? Of ging ik per ongeluk toch over de schreef? Een kort zelfonderzoekje maakt dan wel weer duidelijk dat het oké is. Maar dat kleine omweggetje moet ik altijd even maken om weer terug te komen op mijn eigen pad.