
Eigen mening eerst
“Joh, dat heb je toch best goed gedaan.” Er zijn momenten dat ik het niet kan horen. Bijna letterlijk. Want andere stemmen roepen soms harder.
Onderdrukken
Het is een vaak niet te onderdrukken neiging: iemand een hart onder de riem steken bij tegenslag of sombere gedachten. En waarom zou je het willen onderdrukken, denk je wellicht. Het is toch mooi om een ander op te beuren als die even aan de grond zit? Zeker. Maar ik ben in de loop der jaren wel gaan twijfelen over de waarde ervan.
Overstemd
Die twijfel zit in het feit dat ik bij mezelf merk dat zo’n goed bedoelde opmerking vaak helemaal niet overkomt. Niet omdat ik geen waarde hecht aan de oprechtheid van de ander en diens goede bedoelingen. Want dat kan ik zien en er ook dankbaarheid voor voelen. Maar die ander wordt bijna altijd overstemd door mijn innerlijke criticus.
Mening
Als ik van mening ben dat ik iets niet helemaal goed heb gedaan, iets heb laten liggen, dan ben ik niet zomaar op andere gedachten te brengen. Een ander kan dan wel honderd keer tegen me zeggen dat het goed was, maar zolang ik er zelf niet in geloof komt dat niet echt bij me binnen. Alsof alleen mijn eigen mening telt.
Vraag
Nu lijkt dit alsof ik alleen de waarheid in pacht heb. En dat is natuurlijk onzin. Inmiddels weet ik dat die innerlijke criticus van mij best een toontje lager mag zingen. En dat ik de positieve woorden van de ander tot me mag nemen. Maar ik ben me wel bewust van dit mechanisme en dat het waarschijnlijk niet alleen bij mij zo werkt. Daarom hanteer ik meestal een andere strategie en ben ik eerder geneigd een vraag te stellen als ik iemand een hart onder de riem wil steken. Een vraag die de innerlijke criticus op een zijspoor zet. Dat dan weer wel.