Het zal jou ook vast weleens overkomen dat je een nachtje wat minder goed slaapt. Je bent gespannen voor dat gesprek van morgen of je loopt nog steeds te tobben over die vraag die je vanmiddag werd gesteld en waar je even door van je stuk gebracht werd. Normaal gesproken zijn dit soort ‘slapeloze’ nachten maar tijdelijk en slaap je daarna weer lekker verder. Het wordt anders wanneer je meerdere nachten achter elkaar niet de slaap kunt vatten. En zeker als dat een week duurt of langer … Toch is ook daar wat aan te doen.

Slaaptekort krijg je als een boemerang terug. Als je – om wat voor reden dan ook – te weinig slaapt, dan krijg je daar vroeg of laat last van. Slapeloosheid (of insomnie) die te lang aanhoudt kan grote gevolgen hebben voor je gezondheid, kwaliteit van leven, je stemming en geheugen. Het kan zorgen voor verminderde prestaties en tot ongelukken leiden. Een goede hoeveelheid slaap en een goede slaapkwaliteit zijn daarom enorm belangrijk.

Slapeloosheid komt in verschillende hoedanigheden voor en allemaal hebben we er weleens mee te maken gehad: herhaaldelijke problemen met in slaap vallen of juist in slaap blijven, te vroeg wakker worden of niet uitgerust wakker worden. En de oorzaken zijn net zo divers.

Insomnie zie je vooral bij mensen die veel piekeren, die fysieke klachten hebben (pijn kan de slaap beïnvloeden), door bepaald medicijngebruik en door bijvoorbeeld alcoholgebruik. Een borreltje voor het slapen gaan kan er wel voor zorgen dat je makkelijker in slaap valt, maar het tast zeker ook de kwaliteit van je slaap aan. Dus uiteindelijk slaap je minder goed, minder diep en word je minder uitgerust wakker.

Gelukkig kun je zelf heel wat doen om beter te slapen. Met deze 5 tips kom je gemakkelijker in dromenland:

• Blijf niet gewoon liggen als je niet kunt slapen, maar ga uit bed. Doe geen fel licht aan, maar doe iets ontspannends (wat lezen, de kat aaien, luisteren naar rustige muziek). Laat de tv, tablet, computer of smartphone uit! En ga weer terug naar bed als je je slaperig begint te voelen.
• Zorg voor regelmaat in je slaapritme. Ga zoveel mogelijk op hetzelfde tijdstip naar bed en sta zoveel mogelijk op hetzelfde tijdstip weer op. Ook in de weekeinden. Je lichaam gaat daaraan wennen en zal er als het ware om vragen dat je naar bed gaat op het vaste tijdstip.
• Sport vroeger op de dag. Sporten is natuurlijk goed voor je, maar het stimuleert je ook en kan je daardoor uit je slaap houden als je te laat op de avond nog gesport hebt. Plan je sportactiviteiten dus liever vroeger in de avond.
• Doe geen dutje overdag. Hoe verleidelijk ook, zo’n hazeslaapje overdag stelt je slaap uit en zorgt ervoor dat je ’s avonds minder slaperig bent. En slapen wil je ’s nachts in bed, toch?
• Laat de slaapkamer de slaapkamer zijn. Zorg dat je hersenen zo geconditioneerd zijn dat bedtijd het tijdstip is dat je gaat slapen. En dus niet tv kijken, je smartphone nog even checken of dat verhaal uitlezen.

Laat je dus niet meteen ontmoedigen en raak niet in paniek als het slapen even niet zo wil lukken, want je hebt meer invloed op je slaap dan je wellicht denkt. Pas deze tips toe en je zult merken dat dromenland voor jou ook weer bereikbaar wordt.

(bron: Slaap & slaapstoornissen, Dr. Carlos H. Schenck)