Blue Christmas
Driving home for Christmas. Sommigen vinden het een heerlijk nummer en kunnen niet wachten tot het Kerstmis is. Anderen zetten de radio uit als ze het voorbij horen komen. Ik hoorde altijd bij die laatste groep.
Kerstgevoel
Het is weer die tijd van het jaar. Donkere dagen, kaarsen en sfeerverlichting. Versierde kerstbomen en gevulde glazen. Films, commercials en foto’s van gezelligheid, gelukkige gezinnen en vriendengroepen. Met z’n allen eten, feesten, samen zijn. Het Kerstgevoel. Ik heb er niet zoveel mee.
Opgedrongen
Die beelden, ik keek er altijd een beetje op neer, wat minachtend. Who needs Christmas? Ik zorgde wel dat ik niet thuis was met Kerst. Ik was op reis, in zonniger oorden. Waar ik niet achtervolgd werd door vanuit commercie opgedrongen saamhorigheid. Want zo voelde het voor mij.
Stiekem
Maar diep van binnen is dit wat ik eigenlijk altijd miste. Want in mijn jeugd was het er niet. Bij ons in huis was er teveel verdriet om een verloren zoontje. Natuurlijk kreeg ik wel cadeautjes, maar Sinterklaas bijvoorbeeld vierde ik bij een vriendinnetje thuis, waar ome Rinus als (toen nog) Zwarte Piet de pakjes kwam brengen. Stiekem was ik best jaloers op die gezellige boel daar.
Minachting
Dat gemis zorgde, als ik heel eerlijk ben, dus vooral voor verdriet. Verdriet om wat er niet was. Verdriet dat er ook niet mocht zijn. En dat ik daarom verdrong door minachting. Want dat maakte dat ik ‘erboven stond’. En het maakte het draaglijk.
Gezellig
Inmiddels heb ik me er wel overheen gezet. En kan ik genieten van een Kerstdiner met de familie. Commercie of niet. Kerst met de fam. Gezellig.