
Who am I?
“Hoe meer je jezelf bent, hoe minder je als iedereen bent, dat maakt je uniek,” heeft Walt Disney ooit gezegd. Maar ‘jezelf zijn’, hoe doe je dat? Hoe kom je daar? Voor de één een vanzelfsprekend pad, voor de ander een weg vol kuilen en obstakels.
Puberen
Vandaag hoorde ik weer eens een klant een beetje mopperen over een puberzoon. Weerstand, dwars gedrag, ga er maar aanstaan als moeder of vader. Tegelijkertijd vind ik het toch ook een heel mooi proces. Die ontwikkeling, lichamelijk en mentaal, van een kind tot volwassene. De behoefte aan het zich zelfstandiger en onafhankelijker maken van de gemeenschap (gezin, familie) waar het opgroeide.
Onderscheiden
Uiteindelijk wil ieder mens zich onderscheiden van andere mensen, zich bewust wordend van zijn eigen unieke persoonlijkheid. Carl Gustav Jung, psychiater in de vorige eeuw en grondlegger van de dieptepsychologie, noemde dat proces individuatie. En dat proces stopt niet na de puberteit en bij het volwassen worden, maar gaat je hele leven door.
Problematisch
Voor veel Elviskinderen verloopt dit proces echter problematisch. Geboren na de dood van een eerder broertje of zusje, kan bij een Elviskind het gevoel ontstaan dat de plaats van het overleden broertje of zusje ingenomen moet worden. Om zo het grote verdriet van de ouders te verzachten. Maar daardoor kan de eigen unieke persoonlijkheid zich niet vrij ontwikkelen.
Uniek
Want hoe uniek ben je als je, zoals in sommige gevallen, dezelfde naam hebt gekregen als een eerder broertje of zusje? Of als er, vaak onuitgesproken, van je verwacht wordt dat je in de voetsporen treedt van een overleden broertje of zusje? Of als je soms zelfs wordt verward met dat eerdere broertje of zusje?
Behoefte
Dat besef en de intrinsieke behoefte om de eigen uniciteit te ontdekken en te leven is voor veel Elviskinderen daarom een moeizaam en pijnlijk proces dat vaak ook pas later op gang komt. Maar daarom nog niet onbereikbaar is. Met een beetje hulp en begeleiding om dit proces te ondersteunen wordt ook een Elviskind zich ervan bewust in welke opzichten hij of zij uniek is als menselijk wezen.